Zwavelkopje

Het zwavelkopje (Hypholoma fasciculare) wordt ook wel de gewone zwavelkop genoemd. De naam heeft te maken met de vaak zwavelgele kleur van de hoed en de steel. Al komen variaties in de kleur voor van vaalgeel tot geelgroen. Het is een veel in bossen voorkomende paddestoel en groeit uitbundig op wegrottende boomstronken.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Hypholoma, is een combinatiewoord uit het Grieks: ûphos betekent ‘weefsel’ en loma betekent ‘grens’. Samen zeggen deze woorden iets over de soms wat rafelige uiteinden van de hoed. Het tweede deel, fasciculare, is terug te voeren naar het Latijn en betekent ‘in bundels’ of ‘in clusters’. We herkennen hier ook al het woord 'fascisme’. Die nationalistische politieke stroming is rond 1922 in Italië ontstaan en had als partijsymbool van een bundel (takken). Het zegt dus iets over de groeiwijze van deze soort paddestoelen.

Het zwavelkopje is bitter van smaak en giftig. Die giftigheid is het gevolg van de aanwezigheid van een aantal fasciculole esters. De belangrijkste hebben de namen gekregen van fasciculol E and fasciculol F. Het opeten van een stukje van deze paddenstoel kan leiden tot misselijkheid, overgeven, troebele urine, diarree en stuipen. Ook wordt in de literatuur gemeld dat er verlammingen en verminderd zicht kunnen optreden.

Het lastige is dat het wel 5 tot 10 uur kan duren voordat de eerste symptomen zichtbaar en voelbaar worden. En dat is enorm lastig omdat in die tijd het gif ongemerkt zijn schadelijke werking in de inwendige organen kan uitvoeren. In het Verre Oosten is een geval bekend dat iemand aan het per ongeluk eten van het zwavelkopje overleden is. Tijdens de lijkschouwing bleek dat de lever tekenen van een acute vergiftiging vertoonde en zo’n vergiftiging treedt sluipenderwijs op. Als je het merkt is het dus eigenlijk al te laat.

Soms wordt voor het gewone zwavelkopje als wetenschappelijke naam Psilocybe fasciculare opgegeven. Ook Psilocybe is een combinatiewoord uit het Grieks: psilos is ‘kaal’ en kube is ‘hoofd’. Letterlijk betekenen deze twee woorden samen ‘kale kop’ en dat beschrijft de algemene vorm van de hoed van de zwavelkop.

Het zwavelkopje is uiteraard ook een direct familielid van alle andere soorten van het geslacht Psylocybe. Hoewel het zwavelkopje, zoals gezegd, behoorlijk giftig kan zijn, staan zijn naaste verwanten veel meer bekend om hun hallucinerende werking en die worden in de volksmond ‘paddo’s’ genoemd. Daar liggen dan ook de extra problemen omdat onwetende paddo-zoekers wel eens de verkeerde paddestoelen kunnen plukken in de hoop een heerlijke trip te maken. Dat wordt dan in dit geval wel een trip naar het toilet.

Groene knolamaniet

De groene knolamaniet (Amanita phalloides) is een broertje van de vliegenzwam (Amanita muscaria). Eigenlijk is het een hele mooie paddenstoel met zijn groengele hoed met soms een beetje bruin of wit en met donkere streepjes die vanuit het midden lopen. De hoed heeft witte plaatjes aan de onderzijde. De steel is wit met groenachtige strepen en heeft een witte, gestreepte ring. De groene knolamaniet is echter een uiterst giftige paddenstoel en hij wordt beschouwd als één van de giftigste ter wereld. In het Engels wordt hij zelfs de death cap (‘hoed des doods’) genoemd en dat zegt eigenlijk al genoeg.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Amanita, is afkomstig van het Griekse woord Amanitai. Het is een meervoudsvorm en betekent ‘(een soort) paddenstoelen’. Het tweede deel, phalloides, beschrijft de vorm van de jeugdige paddenstoel en betekent ‘lijkend op een fallus’.

Zoals al is gemeld is de groene knolamaniet enorm giftig en er wordt geschat dat hij wereldwijd het merendeel van de dodelijk aflopende vergiftigingen met paddestoelen voor zijn rekening neemt. Gemeld wordt dat het eten van zo’n 30 gram ofwel een halve hoed al tot fatale gevolgen voor een mens kan leiden. Bovendien wordt de giftigheid niet opgeheven door de paddestoel te koken of te drogen.

Die giftigheid is het gevolg van twee groepen vergiften. Beiden zijn dat ringvormige peptiden: de amatoxines en de phallotoxines. Bovendien hebben onderzoekers ook nog phallolysine aangetroffen waarvan research heeft uitgewezen dat het rode bloedcellen kan vernietigen. Van de acht verschillende amatoxines is α-amanitine vermoedelijk verantwoordelijk voor de vergiftigingsverschijnselen en het blokkeert de werking van een belangrijk enzym in je lichaam. Daardoor zal het metabolisme van de menselijke cellen verstoord raken en die cellen zullen dat beslist niet overleven. Als eerste organen worden de lever en de nieren onherroepelijk uitgeschakeld. Vervolgens krijgt die lever ook nog eens een opdonder van een zevental phallotoxines.

Een groot probleem van de groene knolamaniet is dat hij lekker schijnt te smaken en dat hij in jonge toestand lijkt op een eetbare champignon. Het duurt een behoorlijke tijd voordat de effecten duidelijk worden. De eerste symptomen zijn maag- en darmpijnen, waterige diarree en overgeven. In ernstiger gevallen krijg je lage bloeddruk, hartritmestoornissen en een te lage bloedsuikerspiegel. Deze problemen verdwijnen een dag of twee, drie na het opeten. Onderhuids worden je lever en nieren echter zonder dat je het merkt vernietigd en dat uit zich later door geelzucht, diarree, delirium, toevallen en een coma. Vervolgens leiden onderhuidse bloedingen, nierfalen en hartfalen onherroepelijk tot de dood.

Ondanks verbeterde behandelingsmethodes sterven toch nog steeds 10% tot 15% van alle vergiftigde mensen.

Satansboleet

De satansboleet (Boletus satanas) is een vrij zeldzame verschijning in het Nederlandse landschap, maar mocht je hem ooit tegenkomen dan zul je hem niet gemakkelijk over het hoofd zien. De satansboleet kan wel een omvang bereiken van meer dan 25 centimeter. Zijn hoed is wittig van kleur en krijgt later grijsbruine of roodachtige vlekken aan de rand. Van boven is de steel geel, terwijl hij onderaan naar rood neigt.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Boletus, stelt de meeste taalwetenschappers voor grote problemen. Ze verklaren het woord eenvoudigweg door te melden dat het de naam voor een ‘(soort) paddenstoel’ is, maar zo gemakkelijk werkt het natuurlijk niet. De eerste stap om het woord te verklaren komt uit het Jiddisch. Vanuit die taal kennen we ook in Nederland het woord 'bolus’, waarmee een hoop uitwerpselen bedoeld wordt. Via een aantal stappen kunnen we het woord terugvoeren naar het Griekse woord boolos dat ‘aardkluit’ betekent en dat verklaart overduidelijk de vorm van de satansboleet. Het tweede deel, satanas, geeft minder problemen: het betekent in het Grieks ‘van satan’. Satan komt als woord en als God’s eeuwige tegenstander uit het Hebreeuws en betekent zoiets als ‘tegenstander, die de een tegen de ander opzet’.

Met een naam als satansboleet kan het niet anders zijn dat deze paddenstoel giftig is en dat klopt. Hoewel de satansboleet het zeer giftige alkaloïde muscarine bevat, zijn de aangetroffen hoeveelheden dermate klein dat dit niet de giftigheid van de satansboleet kan verklaren. Recent is echter de glycoproteïne bolesatine ontdekt in deze paddenstoel en dat lijkt een nogal vervelend stofje te zijn. Tijdens laboratoriumonderzoek bleek dat het bloed deed klonteren en daardoor leverproblemen deed ontstaan. Het rauw eten van zelfs een klein stukje van de satansboleet levert al behoorlijke maag- en darmproblemen op met wel zes uur durende gevoelens van misselijkheid, braken en diarree. Al moet je wel behoorlijk gestoord zijn om een hapje van de satansboleet te proberen: hij ziet er niet echt appetijtelijk uit en hij stinkt ook nog eens naar rottend vlees.

Het vreemde is dat de meeste boekwerken claimen dat de satansboleet zijn giftigheid zelfs niet verliest na het koken, terwijl er ook berichten zijn dat hij in wat landen in de Balkan wel gekookt op het menu staat. Misschien zijn die berichten het gevolg van het feit dat een aantal familieleden van de satansboleet geroemd worden om hun heerlijke smaak en bijvoorbeeld het eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) en de kastanjeboleet (Boletus badius) staan op menig menu van befaamde restaurants.

Vliegenzwam

De meest tot de verbeelding sprekende paddenstoel is natuurlijk wel de vliegenzwam (Amanita muscaria). Laat een kind een paddenstoel tekenen en de kans is groot dat er de bekende paddenstoel met een rode hoed met witte stippen op papier verschijnt. De vliegenzwam is zo verweven met de geschiedenis van de mens dat hij in vrijwel alle talen dezelfde naam heeft. Zijn verspreidingsgebied beslaat het gehele noordelijk halfrond.
Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Amanita is afkomstig van het Griekse woord Amanitai. Het is een meervoudsvorm en betekent ‘(een soort) Paddenstoel’. Het tweede deel, muscaria, komt uit het Latijn en betekent ‘van vliegen’ (musca is ‘vlieg’).

De naam vliegenzwam komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Deze paddenstoel werd in het verleden ingezet als een insecticide. Gedrenkt in melk lossen de in de paddenstoel aanwezige gifstoffen op en trekken vliegen aan. Deze drinken van het brouwsel, raken bedwelmd en gaan dood.

Het is dus wel duidelijk dat de vliegenzwam giftig is, maar eigenlijk is hij een stuk minder giftig dan de meeste mensen denken. Deze paddenstoel heeft echter wel psycho-actieve eigenschappen en wordt daardoor ook als drug gebruikt. De belangrijkste psycho-actieve ingrediënten van de vliegenzwam zijn muscimol en ibotenisch zuur. Door het drogen van de paddestoel verandert muscimol in ibotenisch zuur. Deze stoffen werken op receptoren van enkele neurotransmitters in je hersenen, die daardoor gestimuleerd worden en dat veroorzaakt hallucinaties. Nu zou het niet zo erg zijn als je alleen maar een tijd van ‘de wereld bent’ doordat je geest reageert op die psycho-actieve stoffen, maar het probleem is dat de vliegenzwam ook nog muscarine bevat en dat is een enorm giftige alkaloïde. Het kan de werking van zenuwen en spieren behoorlijk in de war sturen.

De signalen en symptomen, die ontstaan na het eten van de vliegenzwam, zijn: patiënten lijken onder invloed en zijn geagiteerd. Verder zien we hallucinaties, stemmingswisselingen, slaperigheid, zweterigheid, misselijkheid, overgeven, maagpijnen, diarree, spierspasmes en een lage bloeddruk. Sommige symptomen ontstaan al na een paar minuten, terwijl andere pas na een paar uur op te merken zijn. De meeste symptomen zijn na zo’n 24 uur wel verdwenen. Er zijn mensen doodgegaan na het eten van vliegenzwammen, maar – zo wordt geruststellend in de literatuur vermeld – dat zijn dan ‘alleen maar’ kleine kinderen en ouderen die toch al chronisch ziek waren.

De vliegenzwam is berucht om de onvoorspelbaarheid van zijn effecten. Als je denkt dat het eten van een klein stukje de ene keer geen effect heeft dan kan het zo maar zijn dat je compleet van de wereld bent als je later van hetzelfde exemplaar weer zo’n stukje eet.