Patuline

Patuline is een zogenaamd mycotoxine, dat wordt aangemaakt door verschillende veel voorkomende schimmels, waaronder Aspergillus, Penicillium en Byssochlamys. Deze gifstof wordt in de natuur het meest aangetroffen op rottende appels en vijgen. Behalve appels doen de verschillende schimmels zich ook met graagte tegoed aan andere voedingsmiddelen, zoals granen, vruchten en groenten.

In het algemeen wordt de hoeveelheid patuline in producten, waarin bijvoorbeeld appels zijn verwerkt, gezien als een kwaliteitsaspect: hoe meer patuline in het eindproduct wordt aangetroffen, hoe slechter de kwaliteit van de appels was die daarvoor werden gebruikt. Het gaat dan voornamelijk om appelsap.
Patuline zorgt bij proefdieren voor inwendige bloedingen, oedeem, darmvernauwingen en beschadigingen aan het immuunsysteem.

Mycotoxines behoren tot de giftigste stoffen die de natuur kan aanmaken. Aflatoxines (in katoen, pinda's, specerijen, pistachenoten en maïs) zijn bijvoorbeeld al in kleine hoeveelheden krachtige carcinogene stoffen en zorgen al snel voor leverkanker. Ochratoxines (in bier en wijn) zijn ook al kankerverwekkend en zijn in verband gebracht met tumoren aan de urinebuis. Citricine (in kaas, sake en sojasaus) is zeer giftig voor je nieren. Fusarium (in graan en maïs) heeft vaak een fatale afloop bij vergiftigingen in knaagdieren. Over moederkoren is hier al voldoende gezegd.

Zoals een beroemde ex-voetballer ooit gezegd heeft: ieder nadeel heeft zijn voordeel. Met het oog op die wijze uitspraak heeft de wetenschap patuline ooit ingezet als een antibioticum tegen infecties met Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën, maar nadat het een paar keer goed fout was gegaan heeft men het 'geneesmiddel' maar snel in de prullenbak gegooid. Ook is het ooit gedurende de Tweede Wereldoorlog getest als middel tegen verkoudheden, maar ook daarmee is men maar snel gestopt toen de bijwerkingen groter bleken te zijn als de veronderstelde werking.

Hoewel de aangetroffen waarden patuline in appelsap niet zo verschrikkelijk hoog zullen zijn, heeft de Europese Gemeenschap het toch nodig geacht om een maximale waarde vast te stellen. De limiet is officieel vastgesteld op 50 microgram per kilogram (µg/kg) voor zowel appelsap als appelcider. Voor vaste appelproducten (denk aan appelschijfjes op een appeltaart) ligt de maximale waarde op 25 µg/kg. Voor producten die bestemd zijn voor zuigelingen en peuters is die waarde zelfs vastgesteld op slechts 10 µg/kg.

Nu zijn die verplichte maximale waarden al in 2003 ingesteld en dus zou je kunnen verwachten dat iedere fabrikant zich daar ondertussen aan houdt. Niet dus, zo bleek uit recente overheidscontroles.
[Uit: FoodHolland: 21 december 2015]

Geen opmerkingen: