Citroengeel moederkoren

Met namen als seashore saltgrass, inland saltgrass and desert saltgrass (Distichlis spicata) hoef je geen talenwonder te zijn om te begrijpen dat dit gras wel van enorm zoute omstandigheden zal houden. Dat klopt. Saltgrass is 'zoutgras' en is inheems over het hele Noord- en Zuid-Amerikaanse continent. Het gras komt ook op andere continenten voor, waar het zich als exoot blijvend heeft gevestigd op dezelfde plaatsen waar hij ook van nature voorkomt.
Nu lijkt een extreem zout-tolerante plant nu niet direct een geschikte plek om een moederkorensoort op te laten groeien, maar het is hem toch gelukt. In de regio Texcoco in centraal Mexico, 25 kilometer noordoostelijk van Mexico City, vonden biologen in 1998 een onbekende soort die ze de naam Claviceps citrina gaven[1]. De soortnaam citrina is afgeleid van het Latijnse citrinus dat 'citroengeel' betekent en de kleur van de sclerota verklaart. Laten we deze soort dan ook alvast maar de Nederlandse naam 'Citroengeel moederkoren' toebedelen, want hij zal ooit wel in ons land opduiken.

De aanpassing naar een ziltig milieu is voor het citroengeel moederkoren niet zonder gevolgen gebleven, want er werden geen giftige ergoline-alkaloïden aangetroffen in de sclerota.

De evolutie van de parasitische schimmels, die behoren tot het geslacht Claviceps, staat in direct verband met de evolutie van hun waardplanten. De moederkoren evolueert dus mee met de evolutie van de plant waarop zij zich heeft gespecialiseerd. Ondertussen bestaan er 43 verschillende soorten moederkorens.

[1] Pažoutová et al: Claviceps citrina sp. nov., a parasite of the halophytic grass Distichlis spicata from Mexico in Science Direct – 1998

Geen opmerkingen: