De gegordelde parasolzwam heeft een bruine tot wijnkleurige hoed met een doorsnede van 2 tot 6 centimeter, waarbij vooral het centrale deel bedekt is met schubjes. In Nederland kun je hem in bossen en parken op een voedselrijke bodem aantreffen.
![]() |
[Foto: Strobilomyces] |
Het grote probleem is dat, hoewel eetbare parasolzwammen goed van elkaar te onderscheiden zijn, ze toch verward kunnen worden met andere niet-eetbare soorten. Bovendien hebben sommigen een zoetige geur, waardoor misschien de indruk wordt gewekt dat ze eetbaar zijn. De gegordelde parasolzwam is echter een wolf in schaapskleren.
Vele parasolzwammen zijn giftig, een paar zijn dodelijk giftig en sommige, zoals de grote parasol, de knolparasol en de tepelparasol zijn zeer smakelijk. De gegordelde parasolzwam behoort tot de dodelijk giftige soorten en deelt deze toppositie met soortgenoten als de kastanjeparasolzwam (Lepiota castanea) en de vaalroze parasolzwam (Lepiota subincarnata).
Het specifieke gif van de bovengenoemde parasolzwammen is amatoxine. Dit gif heeft het vooral op je lever en nieren voorzien. De stof kan door je huid kan worden opgenomen en kan zelfs door inademing zijn schadelijke werk gaan verrichten. Blootstelling aan deze amatoxines kan resulteren in hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, kortademigheid hoesten, slapeloosheid, diarree, maag- en darmproblemen, rugpijn, veel plassen en de al genoemde lever- en nieruitval. Een ander groot probleem is dat het gif sluipenderweg zijn werk doet en je de effecten soms na een week pas gaan voelen. In de medische literatuur zijn de nodige dodelijke gevallen bekend. Zelfs door het inademen van het gif.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten