Gele aardappelbovist

De gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum of Scleroderma aurantium) is een schimmel en het is zelfs niet helemaal duidelijk of hij zichzelf wel een paddenstoel mag noemen. Deze bovist heeft namelijk geen steel of slechts een korte, steelachtige basis en van een paddenstoel verwachten we natuurlijk wel een steel. De gele aardappelbovist is te vinden op de heide en in loofbossen. Het is een zeer algemene soort, die van de zomer tot de herfst gezien kan worden. Het ruwhuidige vruchtlichaam heeft een doorsnede van 5 tot 10 centimeter, terwijl de kleur varieert van geelachtig tot okerkleurig.

Met een naam als aardappelbovist is het niet een verrassing dat deze schimmel behoorlijk wat gelijkenis vertoont met een aardappel, maar eigenlijk zou ‘aardbal’ een beter passende naam zijn. In Engeland wordt de gele aardappelbovist dan ook common earthball (‘gewone aardbal’) of pigskin poison puffbal (‘op varkenshuid gelijkende giftige bal die sporen uitblaast’).
[Foto: George Barron]
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Scleroderma, is een combinatiewoord uit het Grieks, waarbij skleros ‘hard’ betekent en dermos ‘huid’ betekent. Samen beschrijft het de behoorlijk stevige huid van de bovisten. Het tweede deel, citrinum, is uiteraard afkomstig van het Latijnse woord citrus, dat ooit ‘citroenboom’ heeft betekend, maar later ook de kleur geel aanduidde. Dat men hier de kleur heeft bedoeld, wordt ook duidelijk bij de verklaring van de alternatieve soortnaam, aurantium, want dat betekent ‘goudkleurig’.

Normale paddenstoelen hebben hun sporen onder de hoed hangen, laten die vallen en de sporen worden vervolgens door de wind meegevoerd. De gele aardappelbovist doet het anders hij valt uiteindelijk simpelweg in stukken uiteen en daardoor zullen de sporen vrijkomen.

De gele aardappelbovist ruikt onaangenaam en dat zou al een waarschuwing moeten zijn. Toch vergissen mensen zich nog wel eens omdat hij kan worden aangezien voor een wel eetbare reuzenbovist (Calvatia gigantea). Let wel: die reuzenbovist is slechts eetbaar als het vlees nog wit is.

Wat voor gezondheidsschade het onverhoopt consumeren van een gele aardappelbovist opleveren? Een maaltje zal al snel tot maag- en darmproblemen (buikkrampen, misselijkheid en overgeven) leiden. Normaal gesproken ben je na een paar uur op het toilet wel weer op orde, maar sommigen verliezen door aanhoudende diarree zoveel vocht dat er zelfs sufheid, verwardheid en de neiging tot flauwvallen kan optreden. Er bestaan overigens ook meldingen dat mensen last kregen van de rondzwevende sporen: gemeld zijn tranende ogen, loopneus, irritatie van het neusslijmvlies en conjunctivitis (ontsteking aan het oogslijmvlies).

Mocht iemand zich nog afvragen waar we het woord ‘bovist’ aan te danken hebben dat is het antwoord dat het afkomstig is van het oud-Duitse woord Bubenfist, dat ooit ‘boevenveest’ heeft betekend, waarbij een ‘veest’ een ‘buikwind’ was. Veesten betekende dus ooit 'een wind laten'.

Geen opmerkingen: