Klein moederkoren

Ook Claviceps pusilla heeft nog geen Nederlandse soortnaam. De reden daarvan is uiteraard dat deze schimmel nog nimmer in ons land is aangetroffen. Maar wat niet is kan nog komen, zeker met de niet te stoppen opwarming van de aarde.
We beginnen dus met de speurtocht naar een geschikte Nederlandse naam. Het tweede deel van zijn wetenschappelijke naam, pusilla, is geleend uit het Latijn, waar het 'klein' betekent. Het ligt dus voor de hand om deze moederkorensoort 'klein moederkoren' te gaan noemen.

Klein moederkoren is wijdverspreid in het Middellandse Zeegebied, Afrika, India, Australië en vermoedelijk China. Het is één van de vier soorten die zich ook in een gematigd klimaat thuisvoelen. Deze soort is te herkennen aan diens driehoekige conidia, de sporen die asexueel aangemaakt worden door deze schimmel.
De planten waar het klein moederkoren het op heeft gemunt bevinden zich in wel twintig geslachten uit de grote grasfamile, waaronder Bothriochloa, Cymbopogon (waaronder citroengras), Capillipedium, Dichanthium, Heteropogon, Hyparrhenia, Vetiveria (waaronder vetivergras, waarvan de essentiële olie gebruikt wordt in de parfums) en Themeda.

Geen opmerkingen: