Blauwwordend kaalkopje

Niet voor niets staat het blauwwordend kaalkopje (Psilocybe cyanescens) in Engelstalige landen ook bekend als de potent Psilocybe, al wordt daar ook wel de minder aansprekende aanduiding wavy cap ('gegolfde hoed') gebruikt.
Het blauwwordend kaalkopje heeft een ietwat verwarrend verspreidingsgebied: Noord-Amerika, West-Europa, Centraal-Europa, Nieuw-Zeeland en delen van het Midden-Oosten. In Nederland is hij (nog) een redelijk zeldzame verschijning.

Blauwwordende kaalkopjes zijn paddenstoelen die leven van de afbraak van dood plantaardig materiaal en een sterke voorkeur hebben voor houtsnippers en houtstrooisel, maar blijkbaar niet voor versnipperde boomschors. Tuinliefhebbers strooien vaak houtsnippers (mulch) rond hun plantjes om onkruid tegen te gaan. Daar houden Blauwwordende kaalkopjes van en het is zelfs de vermoedelijke oorzaak van het feit dat deze soort zich over de hele wereld aan het verspreiden is. Ook naar gebieden waar de paddenstoel eerder nooit voorkwam.

Ze kunnen verschijnen op door de mens verstoorde (ruderale) plaatsen, langs paden en in greppels, niet alleen in bossen, maar ook in parken of tuinen, en op begraafplaatsen. Blauwwordende kaalkopjes kunnen aanwezig zijn in zeer grote aantallen. In Engeland zijn ooit meer dan 100,000 exemplaren aangetroffen op een enkele plaats.

Deze soort heeft een hoed die tot zeven centimeter in diameter kan zijn. De kleur varieert van karamelkleurig tot kastanjebruin als hij vochtig is, maar die kleur vervaagt tijdens het opdrogen naar flets lichtbruin tot licht geel als ze volledig gedroogd zijn. De vorm van de hoed is inderdaad gegolfd. De witte steel kan tot acht centimeter lang worden.

De meeste delen van de paddenstoel, inclusief de hoed en lamellen kunnen blauw verkleuren bij aanraking, waarschijnlijk als gevolg van de oxidatie van de aanwezige fenolbestanddelen.

Het eerste deel van zijn wetenschappelijke naam, Psilocybe, is een combinatiewoord uit het Oudgrieks: psīlós (ψῑλός) is ‘kaal’ en kúbē (κύβη) is ‘hoofd’. Letterlijk betekenen deze twee woorden samen dus ‘kale kop’ en dat beschrijft de algemene vorm van de hoed van het geslacht kaalkopjes. Het tweede deel, cyanescens, is ookal afkomstig uit het Oudgrieks, waar kúanos (κύανος) 'blauw' betekende.
Zo, en nu komen we bij het belangrijkste onderdeel voor psychonauten. Niet voor niets wordt deze paddo ook de 'potente Psylocibe' genoemd, want deze soort bevat verschillende indole alkaloïden, waaronder psilocybine, psilocine en baeocystine. De Europese versie van het blauwwordend kaalkopje bevat tussen de tussen 0.39% en 0.75% aan totaal indoolgehalte, uitgedrukt in droog gewicht. Die verschillen hangen af van de groei- en droogomstandigheden en van het formaat van de paddestoel.

Overigens is wat gebruikers een 'trip' noemen is chemisch en biologisch niet meer dan een tijdelijke vergiftiging van je hersenen. Wees dus voorzichtig, want je kunt je hersenen maar één keer vernielen.

Geen opmerkingen: